woensdag 17 december 2008

Nog altijd de dorst


Een dag in Gent, de onlangs bij Prometheus verschenen zoveelste roman van Herman Brusselmans, is zeker niet zijn minste. En hoe geestig ik Brusselmans vaak ook vind, tijdens het lezen blijft het schuren – niet vanwege de stijl, maar omdat ik niet goed kan tegen het ongetwijfeld grappig bedoelde, maar aan mij absoluut niet bestede geschimp op moslims en op homo’s. Afgezien van die vervelende kantjes, is Een dag in Gent een fijn leesboek, waarin de hoofdpersoon, een schrijver genaamd Herman Brusselmans, verdomd weinig meemaakt.
De dag keutelt lekker voort, op stille momenten wordt middels een vaak bewust misplaatste flashback wat actie toegevoegd aan deze verder zo arm aan verwikkelingen zijnde 14de mei 2008; een dag waarop de schrijver in de rust van de voetbalwedstrijd Zenit Sint Petersburg tegen Glasgow Rangers pas op pagina 193 impliciet de datum van handeling onthult tijdens een gesprek met zijn vrouw:

‘Eigenlijk lees ik het liefst jouw boeken. Wanneer is je volgende klaar?’
‘Dat weet ik niet,’ zei ik, ‘maar laat ik voor de lol zeggen dat ik het in vier dagen zal afwerken.’
‘Laten we in dat geval klinken op 18 mei 2008,’ zei Tania de Metsenaere. We tikten onze koffiekopjes tegen elkaar en dronken ze leeg.

Even googelen leert, dat bovengenoemde voetbalwedstrijd inderdaad gespeeld werd op 14 mei jongstleden. Combinatie van dit gegeven en de uitkomst van mijn hoofdrekenen levert De datum in Gent.
Er staat nog een datum in het boek. Voorafgaand aan een alcoholdoordrenkte flashback memoreert Herman Brusselmans (op pagina 16):

Ik moest alleen maar aan haar denken en ik gloeide helemaal vanbinnen alsof ik veertien whisky-cola's had gedronken. Jammer genoeg drink ik die nooit meer. Gestopt op 17 december 1993, een eeuwigheid geleden. Geregeld denk ik terug aan m'n leven als drinker.

Gestopt op 17 december 1993, vandaag precies vijftien jaar geleden – aangezien ik deze datum al vaker in het werk van Brusselmans ben tegengekomen, ga ik er maar vanuit dat hij klopt. En dus: gefeliciteerd, meneer Brusselmans. Knap werk. Vooral omdat duidelijk is dat het niet-drinken geen vanzelfsprekendheid is geworden na al die jaren. De jank blijft.
Behalve enkele data, staan er natuurlijk ook weer veel geestige Brusselmansiana in Een dag in Gent. Voor de literatuurliefhebbers en -theoretici deze:

Er viel een mus van het dak. Arm diertje.

(p. 79)

En voor iedereen als uitsmijter deze:

Ik had die zoon, Christophe, ontmoet en het eerste wat hij tegen mij zei was: ‘Heil Hitler. Weg met de moslims, de negers en de joden. Goeiedag, Herman.’
‘Wat is er mis met negers?’ vroeg ik hem. Over de moslims en de joden zweeg ik, daar kun je toch niet altijd over praten? Er zijn niet al genoeg boeken over hen verschenen.
‘Ze zorgen voor een desastreuze overbevolking,’ zei Christophe, ‘ze stinken. Ze kunnen niet parkeren. De konten van hun vrouwen zijn te dik. Ze kijken me scheef aan.’
‘Geen wonder. Er staat White Power op je voorhoofd getatoeëerd.’

(p. 78)

Geen opmerkingen: