vrijdag 9 juli 2010

Derde deel: kerken en kak

Vanwege de bloedhitte dirigeer ik de Verloofde over de Vijverweg, die volgens mij altijd in de schaduw ligt. De weg is boomrijk, maar toch niet zo donker als ik mij herinnerde. De architectuur is wisselend van kwaliteit: het eerste dat de Verloofde ziet is de afschuwelijk lelijke gereformeerde kerk, van waaruit radio Bloemendaal diensten de ether in slingerde ten behoeve van bedlegerige of anderszins immobiele bejaarde en zieke gelovigen.
Even verderop ontwaart de Verloofde een prachtig pand, dat volgens haar wel van Rietveld zou kunnen zijn. (Enig speurwerk op internet leidt tot deze kennis: het gebouw stamt uit 1930 en werd ontworpen door J.H. Groenewegen.)

Dit mooie witte gebouwtje was vroeger een kleuterschool: de montessorischool. De tuin erachter, met destijds klimrek en zandbak, grenst aan het park in de Acacialaan tegenover het huis waarin ik geboren werd en opgroeide. Vanuit dit park klommen we regelmatig over het hek de tuin van de montessorischool in, waarna we via bomen op het platte dak aan de achterzijde klauterden. Daarbij werden we een keer betrapt door de boven de school wonende uitbaatster, die mijn ouders belde. Hierover was ik zo verbolgen, dat ik enige tijd later een door de melkboer voor de deur neergezette volle melkfles voorzichtig opende, er krachtig in roerde met een door de hondenpoep gehaald takje, en de fles vervolgens weer zorgvuldig afsloot. Ik troost me met de gedachte dat ik dermate fanatiek had rondgeroerd, dat de melk enigszins verkleurd was en dat er dus waarschijnlijk niet van gedronken zal zijn.
Vanuit de Vijverweg slaan we de Popellaan in, vlakbij mijn geboortehuis inmiddels. In de Popellaan is de vrij katholieke kerk gevestigd, een kerkgenootschap waarvan niemand die ik ernaar vraag ooit gehoord heeft – oud-katholiek, dat is nog wel bekend; maar vrij katholiek?

De kerk werd min of meer “bekosterd” door de ernaast wonende Bram en Toet Weill, vrienden van mijn ouders. Mevrouw Weill was bibliothecaresse in de destijds aan de Vijverweg gevestigde openbare bibliotheek, die ik wegens vrijwel uitgelezen al op jonge leeftijd verruilde voor de openbare bibliotheek in Haarlem. Het gebouwtje van de openbare bibliotheek, schuin tegenover de lelijke gereformeerde kerk, en al evenmin een toonbeeld van architectonisch vernuft, heb ik tijdens onze wandeling over de Vijverweg niet gezien – zo dringt tot me door wanneer we voor het huis van Weill staan. Waarschijnlijk werd het afgebroken na verhuizing van de bieb naar de huidige locatie: de plek waar vroeger de katholieke kerk stond waarin Bomans’ uitvaartdienst plaatsvond. Op diezelfde plek, naast de nieuwe bibliotheek, verrees een complex bejaardenwoningen waarin Bram en Toet Weill zich vestigden: misschien kon Toet niet zonder grote verzameling boeken in haar omgeving.
Nu ik het toch over boeken heb: met de herlezing van De keldergang der heren ben ik inmiddels gevorderd tot pagina 102. En in de ter gelegenheid van de Bomanstentoonstelling uitgegeven catalogus Godfried Bomans. Schrijver tussen kunstenaars wordt bewezen wat ik in mijn vorige blogje schreef: op bladzijde 51 is sprake van de “Ing. Bispincklaan”.

1 opmerking:

De Verloofde zei

Toch blijf ik bij mijn gedachte dat de Vrij Katholieken niet zo heel erg katholiek zijn.