zaterdag 30 maart 2013

Literaire Trotski Quiz (66)

We zetten er een beetje de sokken in, om verloren tijd in te halen – dit heerlijke spel heeft veel te lang stilgelegen. De juiste oplossing van nummer 65. was: Louis Paul Boon – ‘Mini’. In: Boontjes 1967 (Houtekiet, Antwerpen-Amsterdam 2003), p. 221.

Behelsde de vorige opgave een tekst uit 1967, de huidige quiz betreft een veel recentere tekst (tip!).
De vragen:
1. wie schreef onderstaande tekst;
2. uit welk oorspronkelijk Nederlandstalig boek (een roman – tip2!) is deze korte vertelling afkomstig?


Trotski leeft!

In de jaren ’30 werd Van Kempen steeds vaker aangesproken op zijn gelijkenis met Trotski. Heb ik soms een sik, vroeg hij dan. Nee, moest men toegeven, een sik had hij niet.
Hij deed iets aan zijn bril, hij deed iets aan zijn haar, maar hoe meer hij zijn best deed om niet op Trotski te lijken, hoe meer argwaan hij ontmoette. Het was immers aannemelijk dat ook Trotski zijn best zou doen om niet op Trotski te lijken.
De meeste mensen bejegenden hem neutraal; zij vonden het gewoon leuk iemand te zien die ze kenden van het wereldtoneel. Sommigen bleken hem te bewonderen, of zelfs te adoreren. Anderen, en dat waren er eerlijk gezegd meer, verafschuwden hem, omdat hij als een vijand van hetzij de christenheid, hetzij de Sovjet-Unie werd beschouwd. Zo werd hij eensherkend door een houtvester in het Haagse Bos, een bijl in zijn hand, het schuim op zijn lippen.
In die tijd publiceerde Van Kempen onder pseudoniem politieke beschouwingen in Het Vaderland. In april ’38, op een receptie ter gelegenheid van de verjaardag van de Führer, raakte hij op de Duitse ambassade in gesprek met de persattaché. Deze complimenteerde hem fijntjes met zijn beheersing van het Nederlands, einfach tadellos.
Toen begreep hij dat de Duitsers, als ze er eenmaal op los gingen, hem zouden weten te vinden. Hij was inmiddels gescheiden van vrouw en kinderen, en zijn vader had hem een aanzienlijke som gelds nagelaten – Van Kempen besloot te emigreren.
Hij neigde naar de Verenigde Staten, maar toen hij de Bosatlas (32e druk) erop nasloeg, viel zijn oog toevallig op Mexico. Terstond kreeg hij visioenen van een boerderijtje – bosrand, waterloopje, zacht klimaat, afgelegen landstreek.
Mexico dus, waarom niet?

dinsdag 26 maart 2013

Feestelijk: De zondige daad

Wanneer.
Woensdag 27 maart, 17:00 uur, 

Waar.
Boekhandel v/h Van Gennep, Oude Binnenweg 131 B, 3012 JD  Rotterdam.

Wat.
Feestelijke boekpresentatie van het nieuwe boek van Daniël Dee, de novelle De zondige daad (Uitgeverij Passage). Met voordrachten van Stefan van Hoek en Jeroen Naaktgeboren, en de uitreiking van het eerste exemplaar aan F. Starik.

Waarover gaat het eigenlijk.
De held uit De zondige daad staat op het punt om te trouwen. Maar waarom treedt hij eigenlijk in het huwelijk? Liefde is in elk geval niet de reden. In een lange, stormachtige flashback doet de held uit de doeken wat hem bracht tot dit onzalige plan.
De zondige daad is een wervelend verhaal van fantasieloze decadentie. Het staat duidelijk in een Rotterdamse traditie. In het tempo in deze novelle herkennen we de snelheid van de grote stad.

Vorig jaar debuteerde de dichter Daniël Dee als prozaïst met de verhalenbundel Vrouwen en ik eerst.
8weekly over dat boek: ‘Een dichter die een verhalenbundel schrijft: als dat maar goed gaat! Om maar meteen duidelijke taal te spreken: het gaat goed. De verhalen van Daniël Dee zijn echte verhalen. En niet stiekem langgerekte gedichten. Hoewel de schrijver soms gelukkig wel heel poëtische zinnen hanteert. Die zinnen zijn dan wel uitgekleed tot op hun essentie: de naakte waarheid. Bij Daniël Dee is er geen plek voor overbodig sentiment. Sentiment is sowieso nergens voor nodig. […] Het is niet iedereen gegeven deze kille weergave van een bizarre werkelijkheid geloofwaardig neer te zetten. Daniël Dee lukt dit echter schijnbaar moeiteloos.’ ()

Daniël Dee: De zondige daad (novelle); ISBN 97890 5452 270 6 / NUR 301 / 80 pagina’s / 12,5 x 20 cm / omslag Jelmar Geertsma (naar een schilderij van Jacques Tange) / prijs slechts € 10,00

maandag 25 maart 2013

Nico

Nico van Geerenstein (foto: Bastiaan Mol)
Het was in augustus 1988 dat ik met goede vriend Bouke naar Rotterdam toog om een stadionconcert van Prince bij te wonen. We misten de laatste trein terug naar Groningen en belandden in café de Zwarte Kat, waar we warm werden opgevangen door lokale nachtbrakers. Eén van hen, Nico, bood ons een slaapplaats aan. Bouke sloeg een juffrouw aan de haak, maar ik ging met Nico mee. Zelden heb ik zoveel gelachen als die nacht, met die man: Nico van Geerenstein. Bekender onder zijn artiestennaam: Misty.

Momenteel schrijf ik een novelle over dat bezoek aan Rotterdam, en tijdens het “onderzoek” ten behoeve van die Natte thee getitelde vertelling kwam ik een documentaire tegen over Nico – die in 2001 overleed, pas 58 jaar oud.

zaterdag 23 maart 2013

Literaire Trotski Quiz (65)

Op facebook kwam een gegoogled antwoord binnen, juist uiteraard, zij het niet eens volledig, op de vorige aflevering van de Literaire Trotski Quiz. Dat antwoord is (wel volledig): Menno ter Braak – ‘Rationalisme en mysticisme. Trotski herdenkt Loenatsjarski. De aestheet verloochent zich nooit.’ In: Het Vaderland. Maandag 22 januari 1934.

De vragen bij aflevering 65:
1. wie schreef onderstaande oorspronkelijk Nederlandstalige regels; en
2. uit welk boek is de geciteerde passage afkomstig?

Maar wat hij dan van mij wou horen, was mijn oordeel over de mini-jupe. En wat kon ik daarop antwoorden? Het is daarmee zoals met God de Vader en de vliegende schotels: ik heb er al heel veel over gehoord, maar nog nooit gezien.
En nu, met deze wonderbare schone zomer, zoals we in geen jaren meer hebben meegemaakt, zijn ze daar toch plots. Niet de vliegende schotels, maar de mini-rokjes.
Van een vriend had ik al gehoord dat ik naar Londen moest… Dààr zijn mini-jupes, en tot hier! demonstreerde hij, de hand als een scheermes over de helft van zijn dij snijdend. Er waren van dat moment nóg altijd na-vizioenen in zijn ogen.
Ja, maar Londen is zo ver van hier, zei ik met de gelatenheid van iemand die nooit het groot lot zal winnen.
Maar dan komt die zomer, die schone onvergetelijke zomer zoals we er sinds kinderjaren geen meer hadden. En in de zonovergoten straat loopt daar iets, waarbij mijn hart een schokje krijgt: een mini-jupe. Echt, daar liep ene.
Jezus, Marx en Trotski moeten het me maar vergeven, maar ik ben blijven staan. Echt als een lomperik, om haar aan te kijken, te blijven aankijken. En was ik niet zo oud geweest, gedekoreerd, geopereerd en dertig jaar getrouwd, ik zou haar gevolgd hebben, een paar straten ver.